MENU

beleid kindermishandeling en huiselijk geweld

Als organisatie vinden wij het belangrijk om kindermishandeling en huiselijk geweld te voorkomen, danwel schade als gevolg van kindermishandeling en huiselijk geweld te verminderen. Dit kunnen wij doen door vroege signalering en het op gang brengen van adequate hulpverlening. Scholen zijn geen hulpverleningsorganisatie. De rol van de school ligt op het gebied van signaleren, een veilige omgeving bieden en hulpverlening inschakelen. Uiteraard handelen wij als INNOVO volgens wet- en regelgeving.

hoe doen wij dat?

  • De aanpak kindermishandeling en huiselijk geweld in het onderwijs is onderdeel van het veiligheids- en welzijnsbeleid van onze scholen. Daarmee vormt dit onderdeel van het veiligheidsplan van de school.
  • Elke school heeft minimaal één geschoolde aandachtsfunctionaris huiselijk geweld en kindermishandeling. Deze heeft de taak om collega’s te instrueren, te adviseren en te begeleiden bij vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling. Ook zorgt de aandachtsfunctionaris ervoor dat het onderwerp periodiek op de agenda staat van het teamoverleg.
  • Wij volgen de wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Elke medewerker die direct contact heeft met leerlingen is geschoold in het werken met de meldcode. In het protocol meldcode van INNOVO is een wettelijk verplicht stappenplan opgenomen dat onze medewerkers helpt om op de juiste manier te handelen als er vermoedens zijn van huiselijk geweld en kindermishandeling. Ook is hierin vastgelegd of en wanneer er een melding moet worden gemaakt bij Veilig Thuis. De meldcode heeft de volgende stappen:
    • Stap 1: De signalen worden in kaart gebracht;
    • Stap 2: Er vindt collegiaal overleg plaats tussen de leerkracht, de aandachtsfunctionaris van de school en eventueel de intern begeleider. Bij twijfel wordt (anoniem) advies gevraagd bij Veilig Thuis of een letseldeskundige;
    • Stap 3: De leerkracht gaat (eventueel samen met de intern begeleider of aandachtsfunctionaris) in gesprek met de betrokkenen (ouders) en indien van toepassing met het kind;
    • Stap 4: De aandachtsfunctionaris beoordeelt de veiligheid op basis van alle informatie die in stap 1 tot en met 3 is verzameld. Hiervoor gebruikt de aandachtsfunctionaris het afwegingskader en overlegt bij twijfel met Veilig thuis. Op basis van deze stap bepaalt de aandachtsfunctionaris of hij door moet gaan naar stap 5. Als wordt besloten om door te gaan naar stap 5 dan worden de betrokkenen hierover geïnformeerd;
    • Stap 5: De aandachtsfunctionaris beslist samen met Veilig Thuis of hulp inzetten / organiseren mogelijk is. Als dit het geval is, dan is de aandachtsfunctionaris verantwoordelijk voor het inzetten / organiseren van hulp, de coördinatie en het toezicht op de ingezette hulp. Is dit niet mogelijk of is de ingezette hulp niet voldoende? Dan is een melding bij Veilig Thuis noodzakelijk.
  • Wij hebben periodiek contact met onze belangrijkste partners over beleid en samenwerking in de praktijk. Wij evalueren deze afspraken en stellen deze waar nodig bij.
  • Onze scholen nemen nagenoeg allemaal deel aan Handle with Care. Bij de scholen waar we nog niet deelnemen vindt momenteel overleg plaats met onze partners, zodat wij deze werkwijze op termijn op alle scholen kunnen hanteren. Als er politie bij een kind thuis is geweest in verband met huiselijk geweld of kindermishandeling, dan ontvangt de directie van de school zo snel mogelijk een bericht. In dit bericht zijn alleen de naam en geboortedatum van het kind opgenomen en de melding Handle with Care. Wij ontvangen geen details van het incident. Wij ontvangen deze melding zodat wij het kind passende steun kunnen bieden als het daar behoefte aan heeft. Deze melding wordt niet vastgelegd in onze systemen en ook alleen maar gedeeld met de leerkracht van het kind.

Klik HIER om terug te gaan naar de vorige pagina.